De klucht van de koe

Primaire gegevens
Titel: De klucht van de koe
Auteur: Bredero
Uitgever: DBNL
Jaar van eerste druk: 1612

Titelverklaring

Een klucht is een komisch toneelstuk dat bedoeld is om het publiek te laten lachen. Zoals de titel al aangeeft, gaat het hier ook om een klucht. De koe is een belangrijk element in deze klucht, omdat de grap erin zit dat de Gaeuw-dief deze koe steelt van de Boer en hem vervolgens weer aan hem verkoopt.

Samenvatting

De klucht van de koe begint met een monoloog van de Gaeuw-dief. Hij vertelt dat er in het verleden is voorspeld dat hij op 18-jarige leeftijd gestraft zou worden voor zijn misdaden, hij zou namelijk aan de galg sterven, maar dat is tot op dat moment nog niet gebeurt. Volgens de Gaeuw-dief komt dit doordat hij zo'n slimme dief is.

Aan het eind van deze monoloog komt de Gaeuw-dief aan bij een boerderij in Ouwer-kerck en hij vraagt of hij daar onderdak kan krijgen. De boer gaat akkoord en vertelt uitgebreid over hoe lekker zijn vrouw kan koken. Tevens vertelt hij over de dikke koe die hij heeft, en dat hij niet zou weten wat hij zonder deze koe zou moeten. Hij vraagt waar de Gaeuw-dief morgen heen gaat en deze antwoordt de volgende ochtend vroeg naar Amsterdam te willen vertrekken. 

Dan verschijnt de Optrecker ten tonele. Ook hij begint met een monoloog, dat vooral over vrouwen gaat. Aan het eind van zijn monoloog belandt hij bij 't Swarte Paert, een herberg. Hier spreekt hij met Giertje van Vrieslant, de Waerdin, een oude bekende van hem. Hij vraagt om een biertje, maar zij vertelt hem dat ze na 11 uur geen biertjes meer tapt. De Optrecker weet de Waerdin toch om te praten en krijgt alsnog een biertje.

Het is nog steeds nacht en de Gaeuw-dief komt het toneel op met de kostbare koe van de Boer. Hij brengt de koe naar de buitenplaats en duikt daarna zijn bed weer in.

De volgende ochtend wordt de Boer wakker en wekt de Gaeuw-dief, die immers vroeg naar Amsterdam wilde vertrekken. Wanneer de twee mannen onderweg zijn naar Amsterdam, beweert de Gaeuw-dief dat hij bij iemand nog een afbetaling moet ophalen en haalt dan snel de koe op van de buitenplaats. Hij maakt de Boer wijs dat hij de koe als afbetaling heeft gekregen en na enige twijfel van de Boer gelooft hij hem toch. De Gaeuw-dief vraagt of de Boer zijn koe voor hem wil verkopen op de markt en hem daarna weer te ontmoeten in 't Swarte Paert. De Boer gaat hiermee akkoord.

Ondertussen wordt de Optrecker wakker in 't Swarte Paert. Hij vraagt de Waerdin om meer bier, ook al is het 's ochtends vroeg, en probeert haar te versieren. Ondanks dat zij gevleid is, wijst ze hem af met het argument dat zij al getrouwd is. 

Vervolgens wordt er aangeklopt door de Gaeuw-dief. Hij sluit zich aan bij het gezelschap en probeert net als de Optrecker de Waerdin te versieren, maar ook hem wijst ze af. Even later arriveert ook de Boer bij de herberg. Het is hem gelukt de koe te verkopen en hij overhandigt het geld aan de Gaeuw-dief. Hij biedt de Boer en de Optrecker een biertje aan en zegt eten te gaan halen dat hij voor iedereen zal betalen. Met de mantel van de Optrecker en zonder te betalen voor de drankjes, neemt hij de benen.

De Optrecker en de Boer blijven in de herberg en praten wat, totdat Keesje, de zoon van de Boer op het toneel verschijnt. Keesje vertelt dat hun koe die nacht uit de stal is gestolen. De Boer realiseert zich dat deze is gestolen door de Gaeuw-dief en dat hij is beetgenomen. Hij kan zichzelf wel voor zijn kop slaan en verbaast zich erover dat zo'n aardige man toch een dief kan zijn. De Boer en Keesje willen op huis aan gaan, maar de Waerdin staat erop dat zij eerst betalen. De Boer betaalt zijn drankjes en hoopt dat de Waerdin dit verhaal niet door zal vertellen, omdat hij dan door de stadsmensen zal worden bespot. Ook de Optrecker betaalt zijn biertjes en verlaat daarna de herberg om weer terug te keren naar zijn vrouw.

Personages

De Waerdin

Giertje van Vrieslant is een al wat oudere vrouw die de herberg runt. Zowel de Optrecker als de Gaeuw-dief en de Boer zoeken toenadering tot haar, maar hier gaat zij niet op in, ze is alreeds getrouwd. Ze is een sluwe zakenvrouw, maar ook zij wordt beetgenomen door de Gaeuw-dief.

De Boer

Dirk Thyssen, de boer, is een goedgelovige man die zo naïef is dat hij de leugen van de Gaeuw-dief gelooft. Hij is erg trots op zijn kennis over de rederijkers maar neemt tevens zijn verlies goed op: de Gaeuw-dief is hem nou eenmaal te slim af geweest.

Keesje

Keesje is de zoon van de Boer en heeft maar een kleine rol. Hij komt aan het eind van het stuk even ten tonele om zijn vader te melden dat hun koe is gestolen.

De Optrecker

Joosje is een rondtrekkende man die van het leven geniet. Hij zit vooral achter de vrouwen aan en kan de verleidingen van het leven - mooie vrouwen en drank - maar moeilijk weerstaan. Gematigdheid is niet zijn sterkste punt.

De Gaeuw-dief

De Gaeuw-dief is geen door en door slecht karakter, hij neemt het gewoon niet zo nauw met eerlijkheid. Hij is slim, doorziet zijn kansen en grijpt die dan ook. Ondanks dat hij iedereen in de maling neemt, heb je als toehoorder (of lezer) toch sympathie voor hem omdat de andere personages ook geen lieverdjes zijn. Hij vindt zichzelf geen echte dief, hij uit kritiek op de echte dieven, dat zijn volgens hem de mensen die belasting innen bij de arme burger en valse boekhouders.

Thematiek

List, leugens en bedrog
Ondanks dat er een tweede laag in het verhaal zit waarin maatschappijkritiek wordt geuit, blijft het hoofddoel van dit stuk toch vooral komisch vermaak voor het publiek, daar is het tenslotte een klucht voor. Een klucht is een kort toneelstuk dat diende tot het vermaken van het publiek. Van oudsher had de klucht ook een didactische functie: een klucht werd vaak opgevoerd na een treur- of blijspel om 'het slechte voorbeeld' te geven. Later kreeg de klucht een voornamelijk amuserende functie. De handeling waar het hele stuk om draait is de diefstal van de koe door de Gaeuw-dief, waarna hij die koe op een listige manier weer aan zijn eigenaar weet te verkopen. Normaal gesproken zou iedereen dit moreel gezien onjuist vinden, maar de Gaeuw-dief wekt toch sympathie op doordat hij het slim aanpakt en daarmee de Waerdin (die minder sympathiek overkomt dan de Gaeuw-dief) ook weet in te pakken.

Motieven

Maatschappijkritiek
De Gaeuw-dief heeft veel kritiek op wat hij noemt de echte dieven. Volgens hem zijn dit de mensen die op grote schaal fraude plegen en hiermee de arme burger duperen. Hiermee plaatst hij zich naast de gewone burger, terwijl hij eigenlijk zelf ook een bedrieger is. Toch wordt hier een onderscheid gemaakt tussen de gewone (slimme) man en de man die op een makkelijke manier rijkt wordt (de niveaus riches).

Hebzucht
Dit motief komt ten eerste tot uiting bij de Gaeuw-dief, hij steelt tenslotte de koe om er zelf beter van te worden. Maar ook de Waerdin is vooral op geld belust. Wanneer iedereen een rondje bier en eten krijgt aangeboden, neemt iedereen dit voor lief en vraagt niemand zich af, verblind door naïviteit en hebzucht, of de Gaeuw-dief hen niet in de maling neemt. Uiteindelijk leert de dief ze allemaal een lesje.

Stijl

Kenmerkend voor dit verhaal is dat het bedoeld is om op het toneel uit te voeren. De verschillende personages worden voordat de klucht begint in een lijst weergegeven en voor ieder stukje tekst staat door welk personage het wordt uitgesproken. Daarnaast zijn er enkele toneelaanwijzingen, zoals tussen versregel 535 en 536: 'Hy gheeft hem de buydel met gelt.'

Daarnaast zie je duidelijk dat het stuk een aantal eeuwen geleden is geschreven. In die tijd was het gebruikelijk dat toneelstukken op rijm werden geschreven, wat hier ook het geval is. Ook verschilt het taalgebruik en de spelling van hoe wij die nu kennen, waardoor het stuk soms lastig te volgen is. Zo wordt de lange klank 'aa' gespeld als 'ae' en wordt de 'j' gespeld als 'i'. Wanneer je het lastig vindt om de tekst te begrijpen kan het soms helpen om de tekst hardop voor te lezen. 

Typerend voor de stijl van dit verhaal is ook het taalgebruik van de verschillende personages. Zo gebruikt de dief, wanneer hij alleen op het toneel is, minder volkstaalvormen dan wanneer hij in gesprek is met andere personages. Hieruit zou je op kunnen maken dat hij slimmer is dan de overige personages. Dit beeld wordt bevestigd doordat hij alle andere personages in het verhaal te slim af is.